Een Nederlander die vakantie viert in eigen land, geeft per persoon per verblijf 185 euro uit. Een Duitser besteedt daarentegen gemiddeld 440 euro; meer dan het dubbele. Toerismeclub NBTC is blij dat Nederlanders vakantie in eigen land weer hebben ontdekt, maar ziet nog veel liever Duitsers massaal deze kant op komen. Daarin staat ons land niet alleen, zegt directeur Jos Vranken van het NBTC in gesprek met NU.nl.
“Naarmate de versoepelingen toenemen, komen de reizigersstromen weer op gang”, zegt Vranken. “En daarmee ook de concurrentie tussen landen om de gunst van de vakantieganger. Dat geldt zeker voor Duitsers. Duitsland houdt ze graag in eigen land en België en Denemarken die ook een kustlijn hebben, zien ze ook graag komen.”
Lowcostmaatschappijen zoals easyJet en Ryanair staan dan weer te trappelen om de Duitsers vanaf de vele vliegvelden in het land naar de bestemmingen rond de Middellandse Zee te vliegen. “Het is zeker geen uitgemaakte zaak dat de Duitser voor Nederland kiest”, concludeert de NBTC-directeur. Terwijl die Duitser wel de ideale toerist is, volgens Vranken.
“Ze zijn met velen, ze geven veel geld uit, ze gaan niet alleen naar de hotspots maar bezoeken ook andere plekken in het land. Vaak komen ze met het gezin of als koppel waardoor ze makkelijk opgaan in de omgeving, ze zijn voorkomend en houden zich aan de regels. Dat geldt trouwens ook voor Belgen”, voegt Vranken daaraan toe.
Een derde van alle toeristen zijn Duitsers
Voor het uitbreken van de coronacrisis leek het volgens het NBTC alsof er vooral veel Aziaten naar Nederland kwamen. “Dat werden er zeker meer, maar relatief waren het geen grote aantallen.” Een derde van alle toeristen die naar Nederland komen, zijn sowieso Duitsers. Verder zijn het traditioneel vooral Belgen, Fransen, Britten en Amerikanen. “Die vijf landen zijn goed voor bijna 75 procent van het totaal.”
Het toerisme is voor de Nederlandse economie ook een niet te onderschatten factor, en dan toch vooral de komst van buitenlanders. De OESO onderzocht wat het zou betekenen voor economieën, waaronder de Nederlandse, wanneer iedereen zijn vakantie zou doorbrengen in eigen land. “Dat kost de Nederlandse economie 1,8 procentpunt van het bruto binnenlands product.”
Beter een goede buur dan een verre vriend
Andere landen die het echt moeten hebben van inkomend toerisme – en dan nog nadrukkelijker dan Nederland – zijn bijvoorbeeld Griekenland, Turkije en Spanje. Daar gaat het om negatieve effecten op het bbp bij het wegblijven van buitenlandse vakantiegangers van respectievelijk 7,5 procent, 4,2 procent en 3,7 procent.
Voor een land als Duitsland zou het juist bijna 1 procent extra economische groei opleveren wanneer alle Duitsers de vakantie in eigen land doorbrengen. Hetzelfde geldt voor België. “Dat zou voor ons slecht nieuws zijn. De Belgen en de Duitsers zijn de kurk waar we op drijven”, zegt de NBTC-directeur. “Het is duidelijk een kwestie van beter een goede buur dan een verre vriend.”
Bron: NU.nl / 19 juni 2021